Columns

Voordoen, Horen, Zien en Nadoen..

20240612 HerVerbinden HZN E

Voordoen, Horen, Zien en Nadoen..

Voordoen kan op vele manieren uitpakken in Nadoen, Na-Apen en Na-Papegaaien..

Hoe leuk is het om als volwassene, als ouder, een kind iets voor te doen en te zien en te merken hoe dit wordt opgepakt door het kind, het zich eigen maakt en er na verloop van tijd steeds beter in wordt en er een eigen draai aan geeft? Dit geldt voor leren eten, lopen, praten, tekenen, steppen, zwemmen, fietsen, enz., omgaan met anderen en allerlei dagelijkse en speciale situaties en activiteiten.
Hoe fijn is het om je eigen enthousiasme voor iets wat jou interesseert, je motiveert, je raakt en/of een gelukgevoel geeft, over te kunnen brengen op anderen, ook op je kinderen? Het zich ontwikkelende (jonge) brein is als een spons van informatievergaring uit de omgeving en daarbij worden patronen vastgelegd, die later snel weer herkend worden. Door het hen (on)bewust voor te doen, te laten zien hoe iets gedaan wordt, hoe gereageerd wordt op bepaalde gebeurtenissen en omstandigheden. In gedragingen, in lichaamstaal en verbale uitingen. De expressie van het kind en het algemeen welzijn is vaak een afgeleide van de omgeving waarin het kind verblijft en kan vele vormen aannemen, zoals een kind dat een specifieke actie of gedrag van een ander uit die omgeving kopieert in een alledaagse situatie, direct of uit een opgebouwde herinnering:
- een kind dat doet alsof het een (speelgoed) auto repareert, kookt, of een instrument bespeelt.
- een kind dat eenzelfde emotionele reactie vertoont, bijvoorbeeld overdreven blijdschap, boosheid of verdriet toont als een ouder, in een vergelijkbare situatie.

20240507HV M d tel

 HerVerbinden_V-Z-1.jpg

‘Jong geleerd, oud gedaan..‘ een bekend gezegde
Kinderen leren door een complex proces dat verschillende fasen doormaakt naarmate ze ouder worden. In de vroege jaren van hun leven leren ze voornamelijk door hun zintuigen, door te voelen, te luisteren naar stemmen, te proeven, te kijken naar gezichten en reageren op geluiden en visuele stimuli. Naarmate ze ouder worden, beginnen kinderen het gedrag van hun ouders en verzorgers te observeren en na te bootsen. Dit is de fase waarin imitatie een voorname rol speelt in hun ontwikkeling. Ze imiteren huishoudelijke taken en volwassen gedrag in hun spel, wat hen helpt sociale en praktische vaardigheden te ontwikkelen.

Spelen is een belangrijk middel voor kinderen om sociale vaardigheden te leren. Door samen te spelen leren ze delen, samenwerken en met conflicten omgaan en ze op te lossen. Sociale interacties tijdens het spel helpen kinderen te begrijpen hoe ze in een groep moeten functioneren en hoe ze relaties moeten aangaan en onderhouden. Naarmate kinderen ouder worden, worden hun sociale interacties complexer. Ze beginnen deel te nemen aan groepsprojecten op school, georganiseerde sporten of clubs en ontwikkelen een dieper begrip van groepsdynamiek, sociale normen, rituelen en tradities binnen hun familiesysteem en cultuur.

Tijdens de adolescentie verfijnen kinderen hun sociale vaardigheden en ontwikkelen ze hun eigen identiteit. Ze blijven gedrag van anderen observeren en imiteren, maar beginnen ook kritisch te reflecteren op deze gedragingen en ontwikkelen deels hun eigen normen en waarden. Vriendschappen spelen een grote rol in deze fase, omdat ze kinderen een context bieden waarin ze kunnen oefenen met sociale vaardigheden, leren om te gaan met conflicten en steun vinden bij leeftijdsgenoten.

Het maken van vriendjes en vriendinnetjes is een belangrijke sociale component voor kinderen om met leeftijdsgenoten in verbinding te komen en te blijven. Het helpt hen met het vergroten van de communicatievaardigheden, vertrouwd te raken met sociale interacties en biedt hen de mogelijkheid om samen activiteiten te ondernemen en deze ervaringen te delen. Door deze interacties, zowel binnen de sociale kring van het gezin en familie, als met andere leeftijdsgenoten, leren kinderen niet alleen hoe ze in een groep moeten functioneren, maar ook hoe ze hun eigen plaats in het gezin en de wereld om hen heen kunnen vinden.

Er is veel te zeggen rond de essentie van het leren, in het bijzonder van kinderen, zoals de aangeboren genetische overdracht, de potentie in de vele kwaliteiten en capaciteiten van het lichaam. Door het dagelijks ervaren en verwerken van alle sensorische informatie, door te zien, te horen, te proeven, aan te raken, te voelen. Vanuit basale overlevings- (oer-) behoeften en met verbale- en lichaamstaal, de interactie met de omgeving en mensen aan te gaan. Leren van het wat, het hoe, het wanneer, het waarom, door imitatie en herhaling speelt hierbij wederzijds een grote rol.
Voorbeeldgedrag uit de directe dagelijkse persoonlijke omgeving, inclusief de alom aanwezige media, met een overvloed aan voorgeschotelde informatie en verleidingen, zijn een belangrijke factor bij het aanleren van gedrag van kinderen, het gezin / de familie / de sociale kring. Ook m.b.t. de geldende culturele normen en waarden. Bij grote afhankelijkheid en groepsdruk uit de directe omgeving, bijvoorbeeld in het geval van geëscaleerde scheidingssituaties, kunnen positieve én negatieve overdracht extra invloed uitoefenen op het mentale welzijn en de houding en gedrag van de kinderen die in die situatie opgroeien.
Negatieve overdracht en/of gaslighting met onjuiste informatie, vanuit een als betrouwbare- en als autoriteit ervaren bron, zoals een ouder, waar als kind ook een grote afhankelijkheid van bestaat, kan tot waanideeën leiden en ook aanleiding zijn voor onjuiste beeldvorming in de sociale omgeving en beroepsmatig betrokkenen, die zich een beeld moeten vormen van een situatie.
Het leren van kinderen, vooral door interactie met hun omgeving en door imitatie, is een fundamenteel aspect van menselijke ontwikkeling. De gevolgen van positieve- en negatieve overdracht op het leren, de houding en het gedrag van kinderen, kunnen we onderverdelen in verschillende vormen van overdracht en de resulterende mogelijke imitatie in houding, gedrag en uitingen bij het kind.

Voor-beelden van positieve overdracht – respect voor en vriendelijkheid naar elkaar, open, onderzoekend leren

HerVerbinden tuinHerVerbinden M D 1

HerVerbinden M KK 1

 HerVerbinden V KK 1

 HerVerbinden V Z 2  HerVerbinden V KK 2

 

Voor-beelden van negatieve overdracht
- ‘passief’ agressieve communicatie richting anderen; stem, houding, uiten emoties (frustratie, angst, ‘onbegrip’,..)

HerVerbinden M D 2  HerVerbinden M KK 2

HerVerbinden M D 3

 HerVerbinden M Z 4

HerVerbinden M D 4 HerVerbinden V Z 3

HerVerbinden V D 3 HerVerbinden V Z 4

Het in onzekerheid en vertwijfeling brengen van het kind
Het is goed om met ouders bij de verschillende vormen van overdracht stil te staan. Kinderen zijn flexibel en kunnen in vele (scheiding) situaties hun weg vinden, mits ze een duidelijke leefstructuur krijgen en de emotionele ruimte om van hun beide ouders te kunnen/mogen blijven houden, door met voldoende regelmaat bij beide ouders te kunnen verblijven. Daarbij te zien en te merken dat er tussen hun ouders wederzijds normaal respect bestaat en ze van beiden ouderlijke liefde, steun en waardering mogen ontvangen en kunnen voelen.

HerVerbinden MkV 1 

De verschillende vormen en intensiteit van negatieve overdracht die kinderen rond en na de scheiding vanuit hun ouder(s)/verzorgers en hun sociale omgeving meekrijgen en voelen, kan hen behoorlijk in vertwijfeling brengen én emotioneel beschadigen bij ernstige vormen van negatieve overdracht, waarmee hun sociaal-emotionele welzijn en natuurlijke ontwikkeling in het gedrang komt.
Wat moeten kinderen geloven over wat er gezegd wordt over de andere ouder versus wat ze zelf zagen/zien en hebben ervaren/gevoeld bij die ouder? Hoe kunnen ze wat er over de andere ouder gezegd wordt verifiëren als ze nauwelijks of niet meer bij die andere ouder verblijven, of geen enkel contact meer hebben? Welk ouderbeeld wordt er zo gevormd?
Toch zullen ze verder moeten en daarom zelf keuzes maken, of zich ertoe gedwongen voelen, om in de situatie emotioneel overeind te blijven. Die keuzes worden mogelijk vanuit een afhankelijkheidsrelatie en onjuiste veronderstellingen gemaakt. Hiertegen moeten kinderen soms beschermd worden, aangezien ze qua ontwikkelingsniveau nog niet goed in staat zijn om de korte- en lange termijn consequenties van deze 'eigen' keuzes te overzien.
Misleiding en emotionele manipulatie van kinderen en hun omgeving komt helaas regelmatig voor. In ernstige vormen kan dit als emotioneel kindermisbruik en (psychische) kindermishandeling worden aangemerkt.
Vertekende ouderbeelden leiden tot vertwijfeling bij de kinderen Naarmate de (belevings-) werelden in het dagelijks leven van de ouders na de scheiding en verloop van tijd steeds verder uit elkaar komen te liggen, kan er bij de ouders onderling ook een groeiende vertekening en misconceptie over elkaars sociale leven en ouderschap ontstaan. De ouders zien elkaar niet meer dagelijks/regelmatig hun ouderrol vervullen, zoals ze die gewend waren te zien toen ze nog als partners bij elkaar waren en vaker met elkaar spraken. Eventueel nog (onverwerkte) aanwezige structurele scheidingspijn draagt bij aan het proces van verandering van houding en gedrag tegenover elkaar, zowel als ex-partners als (blijvende) ouders.

Transgenerationeel voorbeeldgedrag werkt vaak door in conflictsituaties rond scheiding

De voorbeelden en passieve- of actieve overdracht die ouders in hun eigen jeugd en latere leven hebben gekregen en uit hun omgeving hebben aangeleerd met betrekking tot het omgaan met conflicten en hoe daarmee om te gaan, hebben een grote impact op de vorm van conflictgedrag in het latere leven en de onderlinge reacties die ontstaan rond en na een scheiding. Hierbij kunnen in de familie opgelopen trauma’s ook een rode draad zijn en een langdurige rol blijven spelen in onderlinge verhoudingen en relaties.

Het lijkt me van belang om ruimschoots aandacht te besteden aan deze aspecten van voorbeeldgedrag en overdracht in psycho-educatie in preventie en rond geëscaleerde scheidingen.

Inzicht in de afkomst van eigen gedrag in conflictsituaties, door kritische analyse en zelfreflectie kan tot herstellende inzichten over eigen gedrag en de interactie tussen elkaar (als ex-partner) leiden, waarbij mogelijk vanuit meer onderling begrip, compassie en mededogen de ouderrol verder en beter ingevuld kan blijven worden.


(c) 2024 HerVerbinden – Erik van der Waal

 

Relevante bronnen:
Deze aanvullende bronnen bieden een veelzijdig perspectief op de invloed van zowel positieve als negatieve overdracht op het leren en de ontwikkeling van kinderen. Ze onderstrepen het belang van een ondersteunende en veiligeomgeving voor gezonde ontwikkeling, maar ook de potentieel schadelijke effecten van negatieve invloeden, negatieve overdracht en manipulatie:

The Role of Parental Influence in Child Development (Bornstein, 2002)

Social Learning Theory (Bandura, 1977)

The Importance of Play in Promoting Healthy Child Development and Maintaining Strong Parent-Child Bonds (Ginsburg, 2007)
Imitation of facial and manual gestures by human neonates. (Meltzoff, A. N., & Moore, M. K. 1977) - Science, 198 (4312), 75-78.

The company they keep: Friendships and their developmental significance Hartup, W. W. (1996). Child Development, 67(1), 1-13.

Emotional Security Theory An Emerging Perspective on the Impact of Family Conflict on Children (Davies & Cummings, 1994).
Dit werk onderzoekt hoe conflicten en negatieve interacties binnen het gezin de emotionele veiligheid en ontwikkeling van kinderen beïnvloeden.

Gaslighting: A Marital Syndrome (Stern, 2007)

Hoewel gericht op huwelijkse dynamiek, biedt dit artikel inzicht in hoe gaslighting (het manipuleren van iemand om aan hun eigen waarneming te twijfelen) ernstige psychologische gevolgen kan hebben. Deze principes kunnen ook van toepassing zijn op ouder-kindrelaties.

The Effects of Psychological Manipulation on Children (Briggs, 2012) Dit onderzoek verkent de langetermijneffecten van psychologische manipulatie, inclusief negatieve overdracht en gaslighting, op kinderen.

Mass Psychogenic Illness: A Social Psychological Analysis (Bartholomew & Wessely, 2002): Biedt inzicht in hoe collectieve psychologische fenomenen, zoals massapsychose, kunnen ontstaan en worden beïnvloed door sociale dynamiek en overdracht.

Cultural Learning and Imitation (Tomasello et al., 1993) Dit onderzoek benadrukt hoe culturele normen en waarden worden overgedragen door imitatie, en hoe dit zowel positieve als negatieve effecten kan hebben op groepsgedrag en overtuigingen.

 

HerVerbinden.nl – Erik van der Waal